Vandaag een dag naar de hoofdstad van The Gambia, Banjul. Banjul is ongeveer een uur rijden vanaf Farato. Ongeveer halverwege de weg tussen Bakau en Banjul over de Denton Bridge gereden, de brug over de Oyster Creek tussen beide plaatsen. De huidige brug is sinds 1986 officieel in gebruik en de oude brug, de nog steeds stijf naast ligt is nu al compleet vervallen! Alleen een verdwaalde voetganger met heel veel lef loopt er af en toen nog wel eens overheen.
Als je vervolgens de stad – nou ja stad, Serekunda heeft véél meer inwoners – binnenrijdt via de Independence Drive zie als eerste Arch22, een herinneringsmonument aan 22 juli 1994, de dag waarop door een militaire coup de huidige president de macht overnam. De Arch blinkt niet uit in schoonheid en het schijnt veel te veel geld voor dit land gekost te hebben, maar je ‘moet’ het gezien hebben. Het valt in ieder geval op!
Na Arch22 een kleine pitsstop gemaakt bij de Supreme Court van The Gambia. Rechtspraak daar naar Engels voorbeeld, dus nog van pruiken met witte pijpekrullen enzo. Leuk voor San om te zien, hoe de juridische zaken daar geregeld worden.
Weer wat verder gereden naar het academisch ziekenhuis van Banjul. Stel je hier niet veel van voor, wat je vooral ziet is een overvolle SEH (EHBO), onfrisse ruimtes en het ruikt naar allerlei zaken die je niet in een ziekenhuis wil ruiken. We zijn zelfs langs operatiekamers en intensive care gelopen, waar het zo nodig nog muffer rook en nog rommeliger was.
Helaas is er in het ziekenhuis te weinig aandacht voor hygiëne en andere zaken die belangrijk zijn in een ziekenhuis.
Bijkomend probleem is ook nog dat veel afgestudeerde artsen uit The Gambia hun heil elders zoeken, er is namelijk in de V.S. en Europa veel meer te verdienen. Dit land mist op een hoop gebieden kennis omdat deze simpelweg wegvloeit naar andere landen.
Vervolgens even bij de ferry gekeken die ons morgen naar het noordelijke gedeelte van The Gambia gaat brengen voor onze toch naar James Island. Het was, zo rond half twee, redelijk rustig. Het blijft toch enorm druk, alles gaat met de ferry en het duurt allemaal. Ze hebben er drie liggen, maar de ferry’s zijn regelmatig defect. Op dit moment is er zelfs maar één beschikbaar.
Er was ook nog een stevige ruzie, want een marabout (een soort medicijnman) wilde met zijn gevolg van drie auto’s gezamenlijk op de boot. En ja, niet iedereen is het daar mee eens.
Weer teruggelopen richting onze parkeerplaats tegenover het paleis of huis van de president. Bij bar/restaurant Ali Baba, bij ons zou het een lunchroom heten, een overheerlijk wrap gegeten met een milkshake voor maar € 0,80 per stuk! Voor daar veel geld, maar voor ons natuurlijk een schijntje… best raar.
Eenvoudige lunch maar wel erg lekker en pittig. Vrijwel alle hoge ambtenaren en andere mensen die het kunnen betalen komen daar eten.
Na nog wat rondgesnuffeld te hebben op Albert Market, waar je van slippers tot vis kan kopen, weer terug. Van door de stad slenteren word je best moe, zeker als je ook nog een stelletje hardnekkige en vasthoudende jongens achter je aan hebt, die je ‘guide’ willen zijn of waar in hun shop moeten komen kijken. Maar ja, het zijn er zoveel dat je ze nooit allemaal kan bekijken. Op Albert Market een paar verse slippers gekocht en een cadeautje voor mijn zus.
Na deze dag en een beetje nadenken terug op de compound had San toch niet zo’n lekker gevoel bij de trip van morgen. De tocht naar James Island betekend vroeg op (zes uur ’s morgens wegrijden) en laat terug (negen uur ’s avonds) want je bent afhankelijk van de ferry. Ook de rit zelf van de ferry naar James Island is nog anderhalf uur over zandwegen, uiteraard moet je ook nog een bootje nemen naar het eiland.
Alles bijelkaar genomen is het waarschijnlijk toch te vermoeiend voor San, ook vanwege de hitte. Het verhaal gedaan bij Betsy en de reactie was ‘no problem!!’. We verzinnen gewoon wat anders om te doen.
Dus wat we morgen gaan doen is een verrassing.
P.S. Nog even over muziek zitten kletsen met Ismaila, vooral Senegalese muziek is hier populair. Een rijtje met Senegalese artiesten voor de liefhebbers:
- Youssou N’dour
- Ismael Lô
- Baaba Maal
- Thione Seck
- Goumba Gauto Seck
- Touré Kounda
- Monsour Seck
- Salif Keita
- Angelique Kidjo
- El Hadj Faye
- Ablaye Mbaye
- Bercy
En een paar Senegalese bands:
- Orchestre Baobab
- Super Diamono de Dakar
- Canari de Kaolack
- Etoile 2000
- No. 1
- Musam Mboab
Een paar echte Gambiaanse artiesten zijn:
- Jaliba Kuyateh
- Tota Dien Dien (DinDin)
- Bubacar Jammeh
- Ifang Bondi
- Jali Nyama Suso